Romania English Netherlands

Stater of Aureus?

Een belangrijk metrologisch vraagstuk is de nominale waarde van deze munt, gelijkwaardig aan een Griekse stater of een Romeinse aureus. De oplossing ervan kan leiden tot het ophelderen van bepaalde historische, politieke en economische aspecten. Max Bahrfeldt ging ervan uit, op grond van een door hem berekend gemiddeld gewicht van de munten van 8,42 g, dat de muntstukken staters zijn die tot het Griekse stelsel van gewichten behoorden.

DDe Daciërs hebben hellenistische munten overgenomen als model voor hun munt, waarbij ze inspiratie opdeden bij de numismatiek van de koning Filip II en Alexander de Grote. Echter alleen de zilveren munten zijn nagebootst, want de kosonen zijn de eerste en enige gouden Dacische munten. In de tweede eeuw v.Chr. hebben op het grondgebied van Dacië ook gouden staters van het type Alexander de Grote en van het type Lysimachus gecirculeerd, afkomstig van de diverse munthuizen in de hellenistische ruimte. Vanwege hun populariteit en betrouwbaarheid zijn de munten van het type Alexander de Grote en Lysimachus geproduceerd tot in de tijd van Mithridates IV Eupator (120-63 v.Chr.), inbegrepen in de vestingsteden Istros, Tomis en Kallatis. Het gemiddelde gewicht van de staters in de eerste eeuw v.Chr. was ongeveer 8,30 g.

Stater van het type Alexander de Grote (gemunt in Kallatis) Stater van het type Lysimachus (gemunt in Kallatis)

Romeinen hebben in het tijdperk van de Republiek minder vaak munten uitgegeven, waarbij de aureus gewoonlijk werd geproduceerd in crisissituaties. In de eerste eeuw kunnen we enkele uitzonderingen noemen, zoals de aurei die werden geslagen voor Sulla tijdens een militaire campagne, die een gewicht hadden van 10,80 g (het 30-ste deel van een Romeinse pond), voor Pompeus (9 g, het 36-ste deel van een pond) of Caesar en Brutus (8,10 g, het 40-ste deel van een pond). Munten van het type aureus zijn zeldzamer in de opgravingen in Dacië, wat aantoont dat de Daciërs de voorkeur gaven aan de staters van het Griekse type.

Aureus uitgegeven door Brutus (bron: Numismatica Ars Classica, 86, 8 oktober 2015, no. 23)

Sommige onderzoekers, onder wie ook Constantin Preda, hebben de mening naar voren gebracht dat de munten van het type koson aurei zijn. Preda merkt op dat de muntstukken dun en breed zijn (net als de aurei) terwijl de Griekse stater dikker en minder breed was.

Het gemiddelde gewicht van de kosonen behorende tot de goudschat van de Târsa is 8,49 g (exemplaren MNIR).

”Er bestaan echter kosonen, vooral behorende tot de eerste groep, waarvan het gewicht aanzienlijk afwijkt van het gemiddelde (8,26-9,26 g). Deze zijn niet erg talrijk, maar het geeft aan dat er een vastgesteld aantal muntstukken uit een bepaalde hoeveelheid metaal diende te worden geslagen, waarbij, zoveel mogelijk, een bepaalde standaard moest worden gerespecteerd. Waarschijnlijk zouden in een eerste fase de muntstukken gedistribueerd worden in de vorm van grotere partijen, en wellicht is dit ook gebeurd, waarvoor het totale en niet het individuele gewicht van ieder exemplaar van belang was.
Deze hypothese wordt ook ondersteund door het feit dat de enige zekere ontdekkingen van munten van het type koson de goudschatten zijn.”

Mihai Dima, Dan Ilie, Tezaurul de monede de tip KOSON descoperit la Târsa, com. Boșorod, jud. Hunedoara. Lotul păstrat la Banca Națională a României, [De goudschat met munten van het type KOSON ontdekt in Târsa, gem. Boșorod, distr. Hunedoara. De exemplaren die worden bewaard in de Nationale Bank van Roemenie], in ”Simpozion de Numismatică, organizat cu ocazia comemorării Sfântului Ștefan cel Mare, domn al Moldovei (1504-2004) [Symposium voor Numismatiek, georganiseerd ter gelegenheid van de herdenking van Sint-Stefan de Grote, vorst van Moldavië], Chișinău, 29 september-2 oktober 2004”, Boekarest, 2007, p. 41.

Interessant is ook de opmerking dat in de schat van Strei munten van het type koson zijn aangetroffen samen met staters van het type Lysimachus.