Romania English Netherlands

Schatten & Ontdekkingen

Er zijn tot nu toe verschillende ontdekkingen gedaan, waarbij allerlei onzekerheid en verwarring bestond over de ontdekkingen. De ontdekkingen waar geen twijfel over bestaat hebben uitsluitend plaatsgevonden in de omgeving van Sarmizegetusa.

De schat in de rivier de Strei is de grootste in zijn soort die ooit gevonden is. Deze omvat kosonen en bijna 40.000 gouden munten van het type Lysimachus, wat overeenkomt met ongeveer 300 kg goud.

Dacische gouden armbanden

In 1803 is er een schat bestaande uit ongeveer 1000 kosonen ontdekt in Sarmizegetusa, waarvan er 400 zijn omgesmolten in de munt van Alba Iulia, terwijl de rest verstrooid is geraakt. Sommige ervan zijn in Wenen terechtgekomen.

”Aldus, na de genomen maatregelen, is men erin geslaagd een deel van deze schat terug te krijgen, en wel 1000 exemplaren (met het andere deel zijn de ontdekkers de bergen overgestoken naar Walachije); het onderzoek dat daarna is ingesteld, heeft geleid tot de ontdekking van de ruïnes van Grădiștea Orăștiei, waar de autoriteiten in 1803 en daaropvolgende jaren een koortsachtige zoektocht naar munten hebben ingesteld waarvoor meer dan 2000 soldaten en boeren werden ingeschakeld.

Uit door S. Jakó gepubliceerde documenten blijkt dat er in Weense kringen een toenemende belangstelling bestond voor de opgravingen in Grădiștea; intussen had de voorzitter van de Hofkamer, graaf Carol Zichy, keizer Franz I in persoon op de hoogte gesteld van de ontdekkingen in Grădiștea, waarna de vorst een besluit uitvaardigde dat inhield dat alle oude munten die waren of nog zouden worden gevonden aan Wenen dienden te worden overgedragen. Op zijn beurt was abt Neumann, directeur van de keizerlijke verzamelingen van oudheden, van mening dat de ontdekkingen van belang waren en hij verklaarde zich een voorstander van het voortzetten van de opgravingen. Het gevolg was dat, in het rescript van 7 december 1803 van de voorzitter van de Hofkamer, er werd besloten om het onderzoek ”in het komende jaar” voort te zetten. Aldus heeft de belastingdienst in de daaropvolgende jaren een reeks opgravingen georganiseerd om andere schatten te vinden. In een rapport van A. Bögözi, gedateerd 28 april 1804 (Hunedoara), vernemen we van de ontdekking, in Grădiștea Muncelului, van een nieuwe en belangrijke schat die uit 987 gouden munten bestaat – kosonen: ”987 Stück der gleichen durchgehends Kozonischen Goldmünze...”

Carmen Maria Petolescu, Monedele regelui Coson [De munten van koning Coson], Boekarest, 2011, p. 18-19.
Francisc I

Een van de meest spectaculaire recente ontdekkingen is de goudschat van Târsa (1996/1997?).

”De schat van Târsa is ontdekt in het jaar 1996. Hij bestond uit meer dan 1000 gouden munten, die dadelijk onder de ontdekkers zijn verdeeld.8 Een van hen heeft besloten om 208 exemplaren te verkopen aan het filiaal van de Nationale Bank van Roemenië in Deva, maar veel van de overgebleven munten zijn cadeau gegeven aan vrienden en familie. Aldus heeft hetzelfde filiaal van de bank nog drie munten van deze vondst gekocht, echter van iemand anders. Zo is er de hand gelegd op een totaal van 211 exemplaren, die van Deva naar Boekarest zijn gestuurd en die momenteel worden bewaard in de collectie van het Museum van de Nationale Bank. Later zijn nog 10 munten van dezelfde goudschat, die in beslag waren genomen door de politie, gedeponeerd bij de Nationale Bank.

De Nationale Bank van Roemenië is niet de enige instelling in het land die munten van de goudschat van Târsa bezit. Belangrijke vondsten die tot deze schat behoren worden bewaard in het Nationaal Historisch Museum van Roemenië (272 exemplaren) en in het Museum van de Dacische en Romeinse Beschaving in Deva (ongeveer 42 exemplaren). Helaas zijn veel stukken naar het buitenland verdwenen.

Op de internetsite van de Roemeense Politie stonden op 12-02-2007, bij het hoofdstuk opsporing, 2440 munten van het type Koson, onderdeel van een schat van 3000 stukken, gevonden in augustus 1996 in Sarmizegetusa Regia.

Mihai Dima, Dan Ilie, Tezaurul de monede de tip KOSON descoperit la Târsa, com. Boșorod, jud. Hunedoara. Lotul păstrat la Banca Națională a României, [De goudschat met munten van het type KOSON ontdekt in Târsa, gem. Boșorod, distr. Hunedoara. De exemplaren die worden bewaard in de Nationale Bank van Roemenie], in ”Simpozion de Numismatică, organizat cu ocazia comemorării Sfântului Ștefan cel Mare, domn al Moldovei (1504-2004) [Symposium voor Numismatiek, georganiseerd ter gelegenheid van de herdenking van Sint-Stefan de Grote, vorst van Moldavië], Chișinău, 29 september-2 oktober 2004”, Boekarest, 2007, p. 35-36, 63.

Onderzoekers hebben het vraagstuk van de Dacische koninklijke schat en van het zogenaamde ”koninklijk monopolie” over het goud aan de orde gesteld. Sprekend over de gebeurtenissen in de zomer van 106 na Chr. schreef Cassius Dio:

”Toen Decebal zag dat zijn troon en het hele land in handen van de vijand waren, dat hijzelf het gevaar liep om gevangen te worden genomen, maakte hij een einde aan zijn leven. Zijn hoofd werd overgebracht naar Rome. Op deze wijze kwam Dacië onder Romeins gezag en werden er steden voor kolonisten gesticht. Ook de schatten van Decebal werden ontdekt, hoewel ze verborgen waren onder de rivier de Sargetia, in de nabijheid van zijn hoofdstad. Want [Decebal] had de rivier omgeleid met de hulp van gevangenen en had daar een kuil gegraven. Daarin had hij een grote hoeveelheid goud en zilver gelegd, alsmede andere waardevolle voorwerpen, vooral dingen die bestand waren tegen vocht, hij had er stenen overheen gelegd en de aarde aangestampt, en daarna had hij de rivier weer teruggeleid naar zijn bedding. Met deze zelfde mensen had hij gewaden en soortgelijke spullen in grotten in veiligheid gebracht. Nadat hij dit had gedaan, slachtte hij hen af, zodat ze niets hiervan zouden doorvertellen. Maar Bicilis, een maat van hem, die op de hoogte was van wat er was voorgevallen, werd gevangen genomen en bracht dit alles naar buiten.”

Cassius Dio, Istoria romană, LXVIII, 14, 3-5

Scenes CXXX en CXXXI van de Zuil van Trajanus kunnen in verband worden gebracht met Bicilis en met de episode van het ontdekken van de schatten:

Scene CXXX Scene CXXXI

Volgens bronnen uit de Oudheid waren de hoeveelheden goud aanzienlijk:

”… het land dat Trajanus als eerste heeft veroverd door Decebal, de koning van de Geten, te verslaan, en dat de Romeinen vijf miljoen pond goud en tweemaal zoveel zilver heeft opgeleverd, afgezien van de bekers en voorwerpen die iedere prijs te boven gaan, van kudden, en van meer dan vijfhonderdduizend zeer krijgshaftige mannen met wapenen en al, zoals Criton, die aan de oorlog had deelgenomen, heeft verklaard.”

Ioannes Lydus, Despre magistraturi, II, 28

Een Romeinse pond bedroeg ongeveer 322 gram, wat dus neerkomt op 165.000 kg goud en 331.000 kg zilver. De getallen zijn betwist door moderne onderzoekers, die ervan uitgaan dat het in werkelijkheid ging om slechts 10% van deze aantallen.

Gouden Dacische armband (bron: Wikipedia) Scene CXXXVII: de Romeinen vervoeren de Dacische schat.